Datum Clinic: 21 januari 2018
Locatie: Zwembad Helios Charleroi
INLEIDING:
Het waterpolo is de afgelopen 25 jaar fel geëvolueerd. Waar spelers vroeger 80% van de wedstrijd een verticale houding en 20% een horizontale houding aannamen tijdens wedstrijden, is dat de afgelopen jaren gewijzigd naar 50/50.
De horizontale houding is vooral in verdedigend opzicht bijzonder belangrijk geworden nu spelers meerdere posities moeten dekken in hun verdediging en die ruimtes bij voorkeur moeten overbruggen door middel van een sprong en niet door de afstand al zwemmend te overbruggen.
ZWEMSTIJLEN
Een fout die veel waterpolospelers maken, is het onvoldoende beheersen van de 4 andere zwemstijlen.
Dolfijn, rugslag, schoolslag en vrije slag zijn de 4 basisstijlen die elke waterpolospeler perfect moet kunnen
zwemmen. Daarbij komt een vijfde zwemstijl, typisch voor het waterpolo: waterpoloborstcrawl.
Bij waterpoloborstcrawl is het belangrijk de ellebogen voldoende hoog en vooral ter hoogte van de
schouders uit het water te houden. Bij het zwemmen met een bal, wordt de bal voortgestuwd met het
borstwater en moet men vermijden dat de bal aangeraakt wordt met het hoofd, de armen of handen.
Daarom is een stevige beenslag noodzakelijk, zodat het lichaam mooi in balans blijft. Het hoofd blijft hoog
zodat men op elk moment het overzicht kan bewaren.
Om deze zwemtechniek te beheersen is een goede fysieke paraatheid vereist.
Aandachtspunten voor coaches en spelers:
– Ellebogen hoog
– Stevige beenslag
– Lichaam zo hoog mogelijk uit het water
Oefeningen
– Dolfijn armen, benen schoolslag
– Rugslag, benen schoolslag
ALS DE COACH VRAAGT OM EEN BEENOEFENING TE DOEN, KAN JE DAT OPVATTEN ALS EEN LEUK MOMENT OM EVEN TE PRATEN. WEET DAN DAT JE SLECHTS 50% RENDEMENT HAALT UIT JE OEFENING. BLIJF GEFOCUST TIJDENS DE BEENOEFENING EN WEET: GEEN INSPANNING IS GEEN RESULTAAT
Aandachtspunten bij het oefenen op een passeerbeweging
– Elleboog voldoende hoog uit het water
– Vlak voor het vertrek van de pas, een korte schoolslagbeweging
– Na het vangen van de bal, 3 tellen hoog zitten alvorens een nieuwe pass te geven
– Na de pas, let er op dat je vingers voor je voorarm het water aanraken.
VERPLAATSINGEN IN DE VRIJE RUIMTE
Hoe verplaatsen in de vrije ruimte?
In een verdedigende positie is de houding horizontaal, heupen hoog en ondertussen bewaar je contact met de aanvaller. Je wil namelijk niet dat je lichaam een mikpunt wordt voor de aanvaller om je te passeren via de heup. De ideale houding is benen wijd, rug hoog en knieën open.
Aandachtspunt voor coaches en spelers:
– Heupen hoog
– Rug horizontaal
– Hoofd draait in de richting van de bal
– Contact met de tegenstander
Verdedigende houding bij man minder
Een moderne verdediger kan bijstand leveren aan twee andere posities.
De knieën zijn gericht naar de verdediger op positie 2, het hoofd richting positie 6.
Na de sprong kom je frontaal voor de aanvaller. Benen werken hard, vrije arm zorgt voor ondersteuning
en bij een frontale positie spiegelt de arm. Indien er geen frontale positie is, zoekt de andere arm de te
verwachten richting van de bal. De verdedigende houding is vermoedelijk het meest geëvolueerd de
afgelopen 25 jaar. We zijn geëvolueerd van een eerder statische positie naar een dynamische manier om
de ruimtes te dekken.
Aandachtspunt voor coaches en spelers:
– Bij een sprong overbrug je twee lijnen
– Eerst voorzichtig schuiven voor de sprong
– Na de sprong zijn je schouders horizontaal t.a.v. de aanvaller